
Spreekwoorden: (1914)
In de olie zijn,d.w.z. dronken, gepoetst, vet, in de neut (n<sup>o<-sup>. 1633) zijn; eig. glimmen, een glimmend gezicht hebben tengevolge van drankmisbruik. Vgl. Harreb. II, 133: mooi vet: hij is in de olie opgekookt, dit is het beeld van den nathals1); III, XCI: hij is zoo vet als olie...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
In de olie zijn,d.w.z. dronken, gepoetst, vet, in de neut (n<sup>o<-sup>. 1633) zijn; eig. glimmen, een glimmend gezicht hebben tengevolge van drankmisbruik. Vgl. Harreb. II, 133: mooi vet: hij is in de olie opgekookt, dit is het beeld van den nathals1); III, XCI: hij is zoo vet als olie...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.